Een retraite over compassie
- Sander van Hesteren
- 14 mrt
- 7 minuten om te lezen
Een van de mooie dingen van boeddhisme is dat het je niet wil bekeren of overtuigen. Je kan uit vrije wil gaan luisteren en voelen wat resoneert. Als het je aanspreekt, kun je verder. Zo niet, dan kun je het loslaten, óf gebruiken om je eigen oordeel te scherpen. Dat laatste is wat wij deden tijdens een zesdaagse retraite “opening the heart” over compassie als boeddhistisch begrip in Kopan Monastery, Kathmandu.
Het is dag drie. Wij, Marijke en ik, zitten in het café van het klooster en zijn gepassioneerd in gesprek met Christopher uit Polen. We trekken al langer met hem op. We hebben hem ontmoet tijdens de eveneens zesdaagse Helambu trekking, die hij liep met zijn vrouwelijke gids Gelmu. We sliepen vaak in dezelfde lodge en doen vergelijkbaar werk. Hij organiseert retraites en reizen, en is actief met persoonlijke groei en ontwikkeling van hemzelf en als begeleider. Al tijdens de trekking ontdekten we dat hij zich voor dezelfde retraite had ingeschreven. Bij zoveel synchroniciteit spreekt het boeddhisme over karma.
We hebben net weer twee uur teaching achter de rug van venerable* Pema, onze leraar deze dagen. Ze komt uit Australië en woont daar aan het strand. Vijftien jaar geleden heeft ze de uitnodiging van Zopa Rinpoche, een van de twee stichters van Kopan Monastery, aangenomen om non te worden. Haar teaching ging over de vier immeasurables: evenwichtigheid, liefdevolle vriendelijkheid, onmetelijke compassie en vreugde; én over de meditatietechniek Tonglen, waarover dadelijk meer. Ze sprak gisteren al over deze onderwerpen, maar vandaag verdiepen we verder, al lijkt het voor ons onrustige wersterlingen, vaak meer op een herhaling. En blijkbaar zitten we aan onze tax, want alle drie vinden er wat van.
Christopher vertelt dat hij na de teaching naar ven. Pema toe is gegaan. Hij vertelde haar dat het voor hem niet klopt om alle zware lasten van anderen en de wereld op je te nemen. Hij heeft juist net de afgelopen vijf jaar geleerd zijn eigen emoties serieus te nemen en echt goed voor zichzelf te zorgen. Hij heeft het over Tonglen. Daarbij stel je je voor dat je het lijden van jezelf, de ander of de wereld inademt en liefdevolle vriendelijkheid uitademt. Het idee is dat je daarmee je eigen zelfgenoegzaamheid of egoïsme vernietigt. Maar Christopher, christelijk opgevoed, heeft nou net geleerd om juist níet de hele tijd op de ander gefocust te zijn en eindelijk eens zijn eigen behoeften serieus te nemen. Hij is daar zo passievol over naar ven. Pema, dat zij hem wijst op zijn houding richting haar en hem vraagt of hij nog wel in de retraite wil blijven. We zijn het met hem eens dat dat wel ver gaat. We kunnen hem wel uitleggen hoe wij, enthousiast over de techniek die we al kenden, Tonglen wél denken te begrijpen. Maar dat overtuigt Christopher maar matig.

Marijke heeft een andere kwestie. Tijdens de teaching sprak ven. Pema over het onzuivere lichaam. Over de poep die er uitkomt, over snot en slijm, en dat als je je een paar dagen niet wast, dat je vanzelf begint te stinken. Alleen de mind** kent zuiverheid in de visie van het Boeddhisme. Want in het Boeddhisme is de mind het enige onsterfelijke. Al het andere is samsara. En dat lijkt wel heel erg op het aloude concept van het onreine lichaam, dat ook in onze Christelijke wereld gangbaar was; het lichaam als bron van alle kwaad en problemen dat afgelegd moet worden. Marijke is vastbesloten er vragen over te stellen tijdens de q&a in het avondprogramma.
Ik herken Marijkes punt, en zit nog met een derde probleem. Ven. Pema spreekt veel over verstorende emoties. Lijden komt voort uit karma en kwellingen. Over karma spreekt zij later nog, maar de kwellingen komen telkens opnieuw voorbij als de grote belemmeringen om het hogere doel van verlichting te bereiken. Naast verstorende emoties zijn dat waanbeelden, gehechtheid, onwetendheid en egocentrisme. De verstorende emotie die telkens terugkeert in haar verhaal is boosheid. Het lijkt erop dat boosheid iets is dat je te allen tijde moet zien te vermijden. Als je boos wordt, zit je fout. Maar mijn ervaring is dat het gezond kan zijn om jezelf permissie te geven boos te zijn, omdat het je doet voelen wat jouw waarheid is en omdat het je kracht kan geven.
Het middagprogramma begint. Zoals iedere les begint ven. Pema met de motivatie voor de les die zij opdraagt aan het geluk van alle voelende wezens (sentient beings in het Engels). Daarna volgt een ademhalingsoefening om de mind te kalmeren. En voor ze verdergaat met het programma, komt ze terug op het gesprek met Christopher. Ze noemt niet zijn naam, maar wij snappen dat hun gesprek de aanleiding was. Wat ze verheldert is dat boeddhistische compassie nooit betekent dat je de zwaarte en de lasten van de ander draagt. Je bent ook niet verantwoordelijk voor het lijden van de ander. Er is sowieso geen woord voor schuld in het Tibetaans. En je hebt ook niet de verplichting om de ander gelukkig te maken. Wel spreek je de intentie uit actie te ondernemen. Het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid voor het verlichten van het lijden van levende wezens waar dat in je mogelijkheid ligt. En met name dat laatste is belangrijk, want wat je doet mag nooit ten koste gaan van jezelf. Integendeel, de compassie waar boeddhisme over spreekt maakt je sterker. Als we Christopher spreek na de sessie, is hij gerustgesteld. Nou ja, een beetje dan, het is een rebelse geest.
Marijke stelt haar vraag tijdens de q&a. Wat ven. Pema verheldert, is dat je op twee manieren kunt kijken naar het menselijk lichaam. Het is ontegenzeggelijk onderhevig aan verval en voortdurende verandering en veroudering. Dat snappen we. Ook bestaat het lichaam niet op zichzelf, maar is het in haar bestaan volledig afhankelijk van contextuele factoren zoals eten en drinken en eerdere lichamen (van vader en moeder) die haar bestaan voortbrengen. Dat in tegenstelling tot de mind, die in de visie van het Boeddhisme geheel op zichzelf bestaat en ook niet sterft met het sterven van het lichaam; vandaar ook reïncarnatie. In die zin is de mind puur en het lichaam niet. Maar als voertuig van die mind in dit leven is het lichaam wel degelijk van grote schoonheid en onschatbare waarde, omdat het menselijk leven de enige mogelijkheid is om verlichting te bereiken. En verlichting is nou eenmaal het grote doel van het boeddhisme, dus houdt het zich vooral daarmee bezig. Hoewel Marijke de uitleg snapt, is zij maar matig tevreden. De wijsheid van het lichaam komt er in haar beleving bekaaid vanaf.

Mijn eigen kwestie komt een dag later als vanzelf aan bod als ven. Pema spreekt over de obstakels die een diepgaande compassie in de weg staan. Een daarvan is namelijk boosheid. De definitie die zij geeft is dat boosheid, of haat, de fouten van de ander overschat en diens kwaliteiten miskent. Je overdrijft de slechte kwaliteiten van de ander, of projecteert deze op hem of haar. En die projecties komen voort uit onze eigen mind Daarmee zitten we vooral onszelf en onze compassie voor de ander in de weg . Ik ben blijkbaar niet de enige die hier vragen over heeft. Naast mij geeft een deelnemer aan hoe belangrijk haar boosheid is geweest om los te komen uit een toxische relatie. En een ander vertelt dat hij van zijn moeder nooit boos mocht zijn op een dominante broer, waardoor hij nog steeds worstelt met zijn boosheid. Het geeft precies aan wat ik bedoel.
In een toelichting erkent Ven. Pema de waarde van het uiten van boosheid in een therapeutische setting. En wat ik ook wel snap, is dat het als emotie weinig constructief is als je aan je boosheid vasthoudt. Maar boosheid te voelen en te uiten, zeker als je dat niet kent, kan een middel zijn om bij je kracht te komen. De erkenning van ven. Pema haalt de angel uit het gesprek. Maar ze wil toch wel graag benadrukken dat er ook andere vormen zijn om met boosheid om te gaan. Dat geloof ik meteen, maar ik houd toch het gevoel dat deze vorm van boeddhisme boosheid het liefst wil vermijden wat je ertoe zou kunnen brengen te doen alsof het er niet het is.
Ik concludeer dat we allereerst compassie nodig hebben voor onszelf en onze eigen emoties. Soms is het nodig om ruimte te geven aan de emotie om te kunnen doorvoelen waar het je nou eigenlijk om gaat. Want het uiten van de emotie alleen brengt je niet verder. Het is het compassievolle gewaarzijn dat helpt te snappen wat er misgaat, waar je je tekort gedaan voelde, waar je je nu echt zo boos over voelde of verdrietig. En juist dat te leren en te ontdekken geeft wijsheid. Niet voor niets noemt het boeddhisme compassie ook een methode. En we leerden van ven. Pema dat compassie alleen verlichting geeft als het samengaat met wijsheid. Met één vleugel kan geen vogel vliegen.

Vergelijk het met yang en yin uit het taoïsme. Yang is het actieve gerichte licht en yin het passieve ontvankelijke donker. Yang moet afdalen naar yin. Het gewaarzijn met compassie, is de zaklamp van de mind. Daarmee durven doordringen in het duister van de verstorende emotie is de manier waarop je wijsheid vergaart. Het getuigt van gezondheid wanneer je op die manier een emotie in kunt bewegen en toelaten, om er ook weer uit te kunnen bewegen, zonder er aan te blijven kleven. En zolang je voelt dat een emotie nog wel aan je kleeft, zolang is er een reden om je compassie opnieuw als tool in te zetten voor jezelf om te voelen wat er nog te leren en te ontdekken valt en wat er nodig is om de emotie te kunnen bevrijden of loslaten. Voor mij is dat de weg naar bevrijding. Ik voel me dankbaar dat ik op die manier al zoveel heb kunnen leren en vrijer heb kunnen worden in dit leven. En het is een groot plezier om het te kunnen delen met anderen, zodat ook zij hopelijk een beetje verlichter hun leven kunnen leven. Ik draag daar graag aan bij.
Ven. Pema noemde geregeld dat we haar lessen konden zien als een supermarkt. Neem wat je aanspreekt en laat op de plank liggen waar je niet van houdt, of wat je nu niet nodig hebt. Ik kan dat waarderen, ze wil ons niets opdringen. Toch zei ze het zó vaak dat het ook een manier leek om discussie te vermijden. En dat vond ik wel jammer, want ze wist onmiskenbaar heel goed waarover zij sprak. Maar echt luisteren naar de ander was niet haar bovenliggende vaardigheid en dat is wel belangrijk als je kennis en begrip dieper wil laten landen. Hoe dan ook ben ik toch met een redelijk vol karretje aan de kassa gekomen. En ik kan zonder meer zeggen: het was géén geld voor zoveel kwaliteit.

* venerable, afgekort ven., betekent eerwaarde
** Ik handhaaf de engelse term, omdat die moeilijk naar het Nederlands te vertalen is. Soms wordt het vertaald naar geest, maar dat heeft allerlei andere associaties. En ook het woord bewustzijn dekt niet geheel de lading.
Comments